Inleiding
Exploitatie (bedragen x€ 1.000) | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
Meerjarenbegroting 2019-2022 | -3.823 | -2.551 | -1.468 | 135 |
Tot 1e Voortgangsrapportage | -51 | 142 | 163 | 111 |
Saldo tot de 1e Voortgangsrapportage | -3.874 | -2.409 | -1.305 | 246 |
Mutaties 1e Voortgangsrapportage | ||||
1. Autonome ontwikkelingen | -115 | 209 | 322 | 310 |
2. Actualisatie bestaand beleid | -436 | 67 | 423 | -203 |
Totaal 1e Voortgangsrapportage | -551 | 276 | 745 | 107 |
Saldo begroting | -4.425 | -2.132 | -560 | 353 |
Toelichting financieel meerjarenbeeld op hoofdlijnen
Het saldo in de primitieve begroting 2020 was € 3.823.000 negatief. De reeds door u besloten begrotingswijzigingen tot de 1e voortgangsrapportage laten een nadeel zien van € 51.000. De mutaties die volgen uit deze 1e voortgangsrapportage komen in 2020 uit op een nadeel van € 551.000. Dit leidt tot een nieuw negatief begrotingssaldo voor 2020 van € 4.425.000. De effecten zijn becijferd nog zonder rekening te houden met de effecten van de coronacrisis.
De 3 opvallendste financiële effecten zijn het nadeel op de Inkomensvoorzieningen, het niet tijdig halen van de bezuiniging op vastgoed en het voordeel van bezuinigingsmaatregel “uitbreiding Groot Holthuizen".
In 2021 en 2022 zien we een lichte verbetering van het saldo van de begroting. De financiële bijstelling van de bezuinigingsmaatregelen is verwerkt in het financiële totaal van deze rapportage.
De belangrijkste effecten (afwijkingen groter dan € 100.000) voor 2020 zijn:
Bezuinigingsvoorstel vastgoed € 1.500.000 N
Vanwege het uitstellen van de verkoop van vastgoed zoals opgenomen in het bezuinigingsvoorstel ontstaat er een nadeel in de begroting. Het incidentele nadeel op boekwinst ontstaat door de verschuiving en/of afstel van verkoop van deze panden. In 2020 is dit nadeel € 1.500.000. In 2021 ontstaat een voordeel van € 300.000,- en in 2022 een voordeel van € 655.000,- ten opzichte van de bezuinigingsmaatregel. Per saldo is dit een negatieve incidentele afwijking van € 545.000 in de begroting.
Dit nadeel wordt deels veroorzaakt doordat de verkoop van Vestersbos is komen te vervallen. Er loopt nu een haalbaarheidsonderzoek naar nieuwbouw voor primair- en voortgezet onderwijs op deze locatie.
Deze locatie was eerst deels aangemerkt voor woningbouw en is in die hoedanigheid verwerkt als bezuinigingsmaatregel. Met een andere bestemming (onderwijs) wordt deze bezuiniging vooralsnog niet behaald. De gederfde boekwinst bedraagt ca € 250.000,-.Naast het incidentele nadeel is ook sprake van een nadeel in de exploitatiekosten in 2021 van circa € 135.000, aflopend naar een nadeel van circa € 107.000 in 2023. Het nadeel dat in 2023 resteert, is volledig te wijten aan het feit dat de verkoop Vestersbos niet doorgaat en de exploitatiekosten doorlopen totdat dit pand verkocht of gesloopt is.
De verschuivingen in tijd hebben te maken met het opstellen van de ruimtelijke kaders zodat we vastgoed voor de juiste marktconforme prijs kunnen verkopen.
Om de verkoop van de panden mogelijk te maken zijn er frictiekosten in de vorm van wijzigingskosten van bestemmingsplannen en (mogelijke) bodemonderzoeken. Mogelijk dat het wijzigen van bestemmingsplannen van locaties resulteert in een hogere verkoopopbrengst dan eerder is aangenomen. Daarvoor is er € 50.000 budget benodigd verdeeld over de jaren 2020 en 2021. Met dit bedrag is bij het incidentele nadeel rekening gehouden.
Om het verlies aan opbrengsten te compenseren starten we een onderzoek om vastgoed, wat niet in het oorspronkelijke bezuinigingsvoorstel is opgenomen, versneld te gaan verkopen.
Inkomensvoorzieningen / uitkeringslasten € 620.000 N
Op grond van de voorlopige bijdrage (BUIG/gebundeld budget inkomensdeel) voor 2020 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de prognose van de Regionale Sociale Dienst (RSD) van de te verwachten uitkeringslasten worden zowel de inkomsten als de uitgaven geactualiseerd. In de Kadernota e.o. meerjarenbegroting 2021-2024 wordt een voorstel opgenomen waarin de structurele effecten voor de inkomensvoorzieningen zullen worden verwerkt.
Actualiseren budgetten voor het minimabeleid € 263.000 N
De diverse budgetten voor het minimabeleid worden geactualiseerd n.a.v. de prognose van de te verwachten kosten voor 2020 en werkelijke uitgaven over 2019. Een deel van de stijging (€ 24.000) heeft betrekking op incidentele implementatiekosten voor de GelrePas. Het overige deel is naar verwachting structureel en nemen we mee in de op te stellen Kadernota 2021-2024.
Inhuur derden wegens ziekte € 250.000 N
De prognose van het ziekteverzuim en de ontwikkeling van het budget ziektevervanging zien er ongunstig uit. Met name de vervanging van een aantal langdurig zieke medewerkers vraagt veel van het budget. We ramen in 2020 incidenteel € 250.000 bij. Hiermee komt het bijgestelde budget 2020 uit op € 540.000.
Algemene Uitkering gemeentefonds € 122.000 N
De berekening van de Algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op een steeds groeiend aantal maatstaven. Hierbij moet u denken aan bijvoorbeeld het aantal inwoners, het aantal basisschoolleerlingen, het aantal woonruimten en de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen. Ten behoeve van de 1e Voortgangsrapportage 2020 hebben wij de belangrijkste maatstaven geactualiseerd (= aangepast aan de werkelijke gegevens per 1 januari 2020). Met name de stijging van de WOZ-waarden, hoger dan we bij het opstellen van de begroting verwachtten, leidt tot een daling van de raming. Daarnaast hebben we de berekening aangepast aan de laatst verschenen circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het effect hiervan is voor de jaren 2020 tot en met 2023 echter relatief gering.
Precario op kabels en leidingen € 116.000 N
De raming voor precariobelasting op kabels en leidingen is structureel te hoog opgenomen.
Bouwaanvragen; extra legesinkomsten en extra capaciteit € 100.000 V
Wij verwachten voor 2020 een stijging van de legesinkomsten, uitgaande van een toename van het aantal aanvragen in 2019 en het 1e kwartaal van 2020. Met name door enkele grote projecten (o.a. woningbouw BAT-terrein en 7poort) kunnen we de opbrengsten bijramen met € 315.000. Voor de afhandeling hiervan hebben we extra ondersteuning nodig. De kosten hiervan ramen we op € 215.000.
GR Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (GRHVOL) € 110.000 V
In november 2019 is de begroting vastgesteld van de GRHVOL. De ramingen in onze begroting worden hier op afgestemd. In afwachting van de (concept) meerjarenbegroting 2021 van de GRHVOL worden de structurele effecten verwerkt in de Kadernota 2021-2024 en/of de meerjarenbegroting 2021-2024.
Actualiseren bijdrage 2020 GR-SDL-RSD exploitatielasten € 114.000 V
Op basis van de definitieve begroting 2020 van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers voor wat betreft de exploitatielasten van de Regionale Sociale Dienst (RSD) actualiseren wij de verdeling over de diverse budgetten binnen het sociaal domein. Het gaat om een incidenteel voordeel.
Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) Sociaal Domein Centraal Gelderland € 130.000 V
Op grond van de bijgestelde begroting 2020 van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) is de bijdrage voor deelnemende gemeenten verlaagd. Voor Zevenaar is het te verwachte voordeel voor 2020, lagere bijdrage aan de MGR, € 100.000. Daarnaast verwachten we dat de bijdrage voor begeleiding van personen met loonwaarde < 25% lager zal zijn (voordeel € 30.000) i.v.m. de hogere uitstroom in het afgelopen jaar (2019).
Aanpassing rente i.v.m. aantrekken vaste financieringsmiddelen € 344.000 V
Door het aantrekken van 3 vaste geldleningen voor in totaal € 25 miljoen tegen zeer lage rentetarieven worden de ramingen op het taakveld Treasury aangepast.
Actualisatie belastinginkomsten € 433.000 V
Naar aanleiding van herwaardering WOZ, de vaststelling van de belastingverordeningen in december 2019 en de doorberekende areaaluitbreiding verwachten wij meer belastinginkomsten voor 2020.
Actualisatie bezuiniging door uitbreiding Groot Holthuizen € 1.500.000 V
De bezuiniging wegens de uitbreiding Groot Holthuizen met ca. 100 woningen in een nieuw buurtschap is met een jaar doorgeschoven, van 2019 naar 2020. Dit betekent in 2020 een incidenteel positief resultaat van € 1.500.000 en voor de jaren vanaf 2021 een structureel voordeel van € 30.000 wegens renteverschillen.